De Rechtbank Gelderland is op 29 juli 2019 in een kort geding tot een uitspraak gekomen in verband met een procedure die aanhangig was gemaakt op initiatief van een werknemer.
De werknemer was 35 jaar in dienst. Sinds augustus 2015 was hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt als gevolg van een ernstige, progressief verlopende ziekte.
De werkgever kwam echter niet tot een aanvraag van een ontslagvergunning wegens langdurige ziekte bij het UWV. De werkgever koos dan voor de aanpak van het handhaven van het zogenaamde slapend dienstverband. Op dit moment is dat nog steeds mogelijk als gevolg van de manier waarop de wetgever na juli 2015 wijzigingen heeft doorgevoerd. Inmiddels vindt de wetgever dergelijke slapende dienstverbanden overigens onwenselijk en derhalve treedt per 1 april 2020 de Wet Compensatieregeling Transitievergoeding in werking. Die wet regelt dat werkgevers, die na 1 juli 2015 de arbeidsovereenkomst van werknemer bij een langdurige zieke hebben opgezegd of zullen opzeggen, een transitievergoeding terug kunnen krijgen van het UWV.
Principieel voerde werkgever in onderhavige casus aan bezwaar te hebben tegen het betalen van een transitievergoeding aan een duurzaam volledig arbeidsongeschikte werknemer. Daarnaast werd aangevoerd dat het belang van werkgever om het beroep op het fonds van het UWV voor compensatie zo beperkt mogelijk te houden, eveneens leidend was tot het niet aanvragen van een ontslagvergunning.
De rechter is daaraan voorbijgegaan en acht de handelwijze van werkgever in strijd met goed werkgeverschap. Derhalve wordt werkgever opgedragen om onmiddellijk over te gaan tot het aanvragen van een ontslagvergunning bij het UWV.
Wordt u als werkgever of werknemer geconfronteerd met een vergelijkbare kwestie, schroom dan niet om contact met ons kantoor op te nemen. We staan u daar graag in bij.