Een vrachtwagenchauffeur rijdt door Giessendam en wordt staande gehouden door politieambtenaren. Hem wordt verweten dat hij aan het telefoneren was tijdens het besturen van de auto en hij krijgt een boete van €230,-. Volgens de chauffeur zelf totaal ongerechtvaardigd, maar waarom dan?
De chauffeur verklaart tegenover de agenten dat het niet zijn telefoon was die hij tegen zijn oor had aangedrukt tijdens zijn ritje, maar zijn bruine boterham. Ter versterking van dit argument, geeft de bestuurder aan dat hij bluetooth in zijn vrachtwagen heeft en dat zijn mobiele telefoon niet beschikt over internetmogelijkheden.
Uit de papieren van de provider blijkt dat er geen telefoongesprekken waren en ook dat er geen sms-bericht is verzonden in de tijd dat de chauffeur aan het rijden was. De politieambtenaar is er echter van overtuigd dat het wel degelijk een telefoon was die werd vastgehouden en geen boterham. Zo verklaart hij: “Ik zou het me zeker kunnen herinneren als iemand met een bruine boterham een telefoongesprek zou trachten te voeren. Er zou dan uiteraard geen bekeuring uitgeschreven zijn maar hulpverlening worden aangeboden”.
De rechtbank gaat mee in de argumentatie van de politieambtenaar. De chauffeur gaat in hoger beroep, waarop het Hof stelt dat: “het onaannemelijk is dat een politieambtenaar het verschil tussen een mobiele telefoon en een bruine boterham niet ziet”. Het feit dat de uitdraai van de provider meebrengt dat er geen telefoongesprekken of sms-berichten zijn geweest, doet daar niet aan af, nu het enkele vasthouden van de telefoon tijdens het rijden al strafbaar is. Een politieambtenaar hoeft derhalve niet te controleren of er wel degelijk wordt gebeld of ge-sms’t met het toestel. De chauffeur zal de boete van €230,- gewoon moeten voldoen.
ECLI:NL:GHARL:2016:9813
Heeft U onterecht een boete gekregen omdat U probeerde te bellen met Uw lunch of om andere redenen? Neem eens contact op met een van de advocaten van Van Dijk c.s. Advocaten voor een vrijblijvende afspraak.