Het verloop van een ‘doorsnee’ dagvaardingsprocedure
4 februari 2020

 

Komt degene met wie u een overeenkomst heeft gesloten zijn verplichtingen niet na, heeft u een schadeclaim of worden facturen niet betaald? In dat geval bestaat de mogelijkheid om een dagvaardingsprocedure te starten bij de kantonrechter. Dergelijke procedure kan worden gezien als ultimum remedium, indien u niet tot een schikking komt met wederpartij (hierna te noemen: gedaagde).

Dagvaarding

De procedure begint met een dagvaarding. Hierin legt de eiser uit wat het conflict inhoudt, bepaalt hij zijn vordering en neemt de juridische onderbouwing hiervoor op. Tevens wordt aangegeven welke bewijstukken hij voorhanden heeft. In de dagvaarding wordt gemeld op welke dag en tijdstip de zaak wordt behandeld (ook wel rolzitting genoemd). De dagvaarding wordt door de deurwaarder aan gedaagde uitgereikt en de betekende dagvaarding wordt vóór de rolzitting aan de kantonrechter toegezonden. Op de eerste zittingsdag controleert de kantonrechter of de dagvaarding correct is ingediend. Bovendien kan de gedaagde op die rolzitting al (mondeling) reageren. Meestal wordt door de gedaagde extra tijd gevraagd om te reageren. Dit uitstel bedraagt vier weken.

Conclusie van antwoord

Gedaagde krijgt de gelegenheid om op de inhoud van de dagvaarding de reageren. Normaliter is een gedaagde het niet eens met de inhoud van de dagvaarding. In dat geval zet hij middels de conclusie van antwoord (=schriftelijk verweer op de stellingen in de dagvaarding) uiteen waarom de vordering niet dient te worden toegewezen. Mogelijk dat de gedaagde ook een tegenvordering instelt (de eis in reconventie). Dit betekent dat in één zaak twee procedures lopen. De procedure in ‘conventie’ en de procedure in ‘reconventie’. De eiser krijgt uiteraard de gelegenheid in voorkomend geval op de eis in reconventie te reageren middels een antwoord in reconventie, dit dan vóórdat de mondelinge behandeling zal plaatsvinden.

Comparitie van partijen

Na ontvangst van het verweer van gedaagde wordt door de rechtbank meestal een zitting ingepland. Die mondelinge behandeling wordt “een comparitie” genoemd. Op de comparitie kunnen beide partijen de rechter mondeling van extra informatie voorzien. De rechter bekijkt alsdan ook of eiser en gedaagde (alsnog) tot een schikking kunnen komen.

Vonnis

Indien partijen niet tot een schikking komen, wordt door de kantonrechter vonnis gewezen. Meestal wordt vonnis binnen twee maanden na de comparitie gewezen.

Absolute en relatieve competentie

Tot slot nog de vraag bij welke rechter u terecht kunt als u een procedure wilt starten. In juridisch jargon wordt deze vraag gekwalificeerd als absolute en relatieve competentie. De absolute competentie ziet toe op de vraag welk gerecht uw zaak behandelt. Dit kan zijn de rechtbank of het Gerechtshof. Gelet op het onderwerp van dit artikel betreft de absolute competentie: de kantonrechter van de rechtbank. De volgende vraag is dan bij welke rechtbank moet u zijn (relatieve competentie)? In een normale civiele procedure geldt de hoofdregel: bij de rechtbank in de regio waar de gedaagde woonachtig/gevestigd is.